Wil je een bijzondere stad in Frankrijk bezoeken? Dan moet je wat mij betreft naar Roubaix. Deze stad, die min of meer tegen Lille én de Belgische grens aanligt, is bekend van de wielerklassieker Parijs-Roubaix, maar heeft nog zo veel meer te bieden. Zoals grensverleggende street art en één van de beste musea die ik ooit bezocht. Durf je het aan? Ik geef je de leukste tips voor je bezoek en laat je de mooiste bezienswaardigheden in Roubaix zien.
Roubaix, Frankrijk: plan je bezoek
-
- Roubaix ligt tegen Lille aan, dus als je een stedentrip Lille maakt, kun je ook even een paar uurtjes naar Roubaix.
- Je pakt simpelweg de metro van Lille naar Roubaix. Als je een Lille City Pass hebt, maak je gratis gebruik van het openbaar vervoer.
- Je stapt uit bij metro halte Gare Jean Lebas of Grand Place.
- Kom je met de auto? Dan kun je aan Rue de Lille gratis parkeren. Blijf je overnachten, kies voor een hotel met parkeerplaats.
- Blijven overnachten? Er zijn genoeg hotels in Roubaix. Zo is het heerlijk logeren bij Chambre d’hôtes la Teinturerie of het Mercure Grand Hotel.
- Alle bezienswaardigheden in Roubaix zijn gratis te bezoeken met een Lille City Pass.
- Ontdek nog meer bijzondere stedentrips Frankrijk.
Over Roubaix
Eerlijk is eerlijk. Mijn stedentrip Lille had ik zo gepland dat ik een volle dag in Roubaix kon doorbrengen. Wie mij namelijk een beetje kent, weet dat er één dag per jaar is dat ik niet bereikbaar ben. Dan gaat de telefoon en de deurbel uit, besteed ik mijn kind uit en staat de televisie vanaf het middaguur aan, afgestemd op de Belgische televisie. De dag dat de wielerkoers Parijs-Roubaix plaatsvindt. De dag dat de wielerjongens van de wielermannen worden gescheiden over tig dramatische kasseistroken, beukend door de modder of juist stof happend over de droge wegen van Noord-Frankrijk (ik hou van een modderige Parijs-Roubaix). Om vervolgens moe gebeukt over de streep te komen in de afbrokkelende, en daardoor zo karakteristieke, Velodrome André Petrieux waar de winnaar een kassei krijgt en voor de rest een koude douche wacht.
Een bezoek aan Roubaix betekende voor mij een bedevaart. Op zoek naar de helden van de kasseistroken, met als eindbestemming dé velodrome. Maar de afgelopen jaren had ik ook begrepen dat de wat aftakelende industriestad inmiddels bol staat van de interessante bezienswaardigheden én dat het één van de meest bijzondere street art steden in Frankrijk is. En dus bezocht ik Roubaix een volle dag en kan ik inmiddels met overtuiging zeggen: dat is een aanrader. Bekijk daarom mijn favoriete bezienswaardigheden in Roubaix.
Bezienswaardigheden Roubaix
La Piscine
Wat mij betreft is La Piscine niet alleen één van de meest bijzondere bezienswaardigheden in Roubaix, het is ook één van de mooiste musea in Frankrijk en één van de mooiste musea die ik ooit bezocht. Alleen al vanwege La Piscine moet je wat mij betreft een bezoek aan Roubaix of stedentrip Lille plannen.
In 1932 werd La Piscine geopend in levendige industriestad Roubaix: er moest meer aandacht komen voor de lichamelijke gezondheid en hygiëne van de lokale bevolking en het in Art Deco opgetrokken gebouw voldeed aan al deze eisen. Mensen konden hier komen zwemmen, zwemles nemen, maar ook baden, douchen en elkaar ontmoeten. In 1985 was het zwembad echter in zo’n slechte staat dat het de deuren moest sluiten. In 2002 opende het als museum en in 2018 onderging La Pascine een grofstoffelijke renovatie en herrees als een Phoenix uit de as. Zodra je binnenkomt, valt het adembenemende glas-in-lood je meteen op, net als de typische Art Deco lijnen die schitterend zijn geconserveerd. Langs het oude zwembad vind je een indrukwekkende beeldencollectie en boven, in de oude kleedhokjes, vind je een heel fijne collectie schilderijen. Daarnaast is er nog een tentoonstelling over Roubaix als textielstad én leer je er meer over het industriële verleden van de stad. Is het lekker weer? Reserveer dan een tafeltje voor de lunch in de mooie beeldentuin.
Street art in Roubaix
Als je van street art houdt, moet je Roubaix gewoonweg op je verlanglijstje zetten. De ooit bedrijvige industriestad heeft inmiddels een heleboel vervallen delen, waardoor de stad (helaas) niet moeders mooiste is. Maar dankzij de grote hoeveelheid (braakliggende) industriezones en kale muren in de stad, bleek Roubaix het perfecte canvas te zijn voor een heleboel bekende Franse en internationale straatkunstenaars.
In 2015 verschenen tijdens festivak #XU de eerste grote werken in de stad en vanaf festival Street Generations in 2017 is het hek van de dam. Er kwamen toen maar liefst 40 werken van topkunstenaars bij in Roubaix en het aantal geweldige werken, groot en klein, groeit sindsdien gestaag. Je kunt met de street art kaart op pad, de street art cities app downloaden of het het boekje Guide du street art à Lille Metropole kopen, waar een groot hoofdstuk is geweid aan de street art in Roubaix.
Mijn favoriete werken zijn het portret van Camille Claudel van Jimmy C aan Rue du Maréchal Foch, de werken van C215 in onder andere Rue des Fabricants en Rue Franklin en de Crash Test baby van collectief Des friches et des lettres aan Rue Nadaud. Maar ook kleinere werken, zoals Syria Always! aan Rue de Chemin-de-Fer en de werken aan Rue Monge en Rue Franklin zijn heel bijzonder. Zorg dat je goede schoenen aantrekt, want tijdens je speurtocht naar street art in Roubaix maak je heel wat kilometers.
Alebrije
Vlakbij La Piscine, op Avenue Jean Lebas, wandel je tegen een Alebrije aan. Een grote gekleurde kat. Een Alebrije is een traditioneel Mexicaans felgekleurd, houten beeld en die vaak fantastische wezens uit de Oaxaca-Mexicaanse volkskunst uitbeelden. Tijdens de vorige editie van Lille 3000 in 2019, dat als thema ‘Eldorado’ had, stond Roubaix vol met Alebrijes, maar nu kun je dus nog van de kleurrijke kat genieten, die is inmiddels is omringd door groen.
Église St. Martin
Na het bezoeken van La Piscine en het bekijken van de mooiste street art in Roubaix is het tijd voor pauze. Bij het Good Mood Coffee kun je heel fijn even iets eten of drinken. Daarna wandel je door naar de Église St. Martin, wat met haar witte façade echt een bijzondere verschijning is. Aan de buitenkant is zeker niet te zien dat dit het oudste gebouw in Roubaix is, want van de kerk uit de 9de eeuw is niets meer te zien. Van het gebouw uit het begin van de 16de eeuw is alleen de klokkentoren nog te zien. Wandel even naar binnen om de bijzondere beelden en het altaar, gemaakt van verschillende kleuren hout en afkomstig uit het 16de-eeuwse Antwerpen, te bewonderen.
La Manufacture
Ooit was Roubaix een heel belangrijke textielstad en alleen daarom al is La Manufacture één van de meest belangrijke bezienswaardigheden in Roubaix. La Manufacture is een museum waarin je meer te weten komt over de textielindustrie in en om Roubaix en biedt ook aandacht aan moderne textielkunst. Enorme weefgetouwen en andere machines laten zien hoe er ooit stoffen werden geweven en daar tussendoor het verhaal van het leven van textielarbeiders. Er worden regelmatig workshops georganiseerd (in het Frans, maar het meeste personeel spreekt ook Engels).
Kasseistrook #1 Espace Charles Crupelandt
De wielerklassieker Parijs-Roubaix kenmerkt zich door de kasseistroken. Afhankelijk van de editie worden 25 tot 30 kasseistroken aangedaan, die variëren van enkele honderden meters tot een paar kilometer. Hoe slechter de strook, des te hoger de moeilijkheidsgraad en het aantal sterren dat de kasseistrook krijgt. Zo heeft het Bos van Wallers 5 sterren en is voor wielrenners zo’n 2,5 kilometer doffe ellende. Niet voor niets staat Parijs Roubaix bekend als ‘De hel van het Noorden’ en het is niet voor niets dat ik tijdens de dag dat Parijs-Roubaix plaatsvindt aan de buis gekluisterd zit. Altijd.
De laatste kasseistrook, voordat de wielrenners de Velodrome inrijden is een rechte strook kasseien, vlakbij het sportpark waarop de Velodrome zich bevindt. De strook, secion 1, is Espace Charles Crupelandt. Gedoopt naar de man die Parijs-Roubaix in 1912 en 1914 won. De strook wordt ook wel ‘Chemin des Géants’ genoemd, de straat der groten. Ter ere van de 100ste editie van Parijs-Roubaix zijn op deze kasseistrook kasseien te zien met daarop de namen van alle winnaars van de wielerklassieker. En dat maakt het eigenlijk één van de leukste bezienswaardigheden van Roubaix. Het is leuk om bekende, grote winnaars zoals Eddy Merckx en Tom Boonen te zien en Nederlandse winnaars als Jan Jansen, Servaas Knaven en Niki Terpstra (de kassei van Dylan van Baarle lag er nog niet bij), maar hoe ouder de winnaars, des te klinkender de namen.
Velodrome André Petrieux
Het doel van mijn bezoek aan Roubaix, het was immers toch een wieler-bedevaart, was de Velodrome André Petrieux, de aankomst van Parijs-Roubaix. Voor mij toch wel een soort van heilige grond. Tijdens mijn bezoek werd de Velodrome verbouwd, maar gelukkig lieten de bouwvakkers me binnen en mocht ik even rondkijken. De wielerbaan werd in 1935 geopend en in 1942 eindigde de wielerklassieker er voor het eerst. Hoewel er klaarblijkelijk onderhoud wordt gepleegd, en er aan de buitenzijde street art van bekende winnaars te zien zijn, lijkt het er toch alsof de tijd er heeft stil gestaan in de Velodrome. Genieten.
Villa Cavrois
Villa Cavrois ligt wat buiten het centrum, maar is het omreizen waard, want het is één van de meest bijzondere bezienswaardigheden in Roubaix. De villa werd in begin jaren ’30 van de vorige eeuw gebouwd voor textielmagnaat Paul Cavrois. Hoevel het woonhuis de naam ‘villa’ draagt, doet het meer aan als een modern kasteel. En daar was het de architecten Mallet-Stevens precies om te doen, met een gevel van 60 meter breed en een oppervlakte van 2800 m². Maar hoewel Villa Cavrois de afmetingen heeft van een kasteel, is het verder een parel van Art Deco. Je kunt alle ruimtes van de villa bezoeken en zult zien dan de inrichting van die tijd stiekem nog best mee kan. Sla vooral het dakterras niet over en maak een wandeling door de tuin.
Opgedragen aan Jan Aarts
Dit artikel draag ik op aan mijn Ome Jan. Mijn Ome Jan was niet zo maar een oom. Hij was mijn vriend. Hij was de jongste halfbroer van mijn moeder en hij en ik scheelden precies 50 jaar. We deelden de liefde voor Toon Hermans, Edith Piaf, maar toch vooral voor De Koers. Hij was een soort wandelende wieler-encyclopedie en wist alles (maar dan ook álles) van de grote rondes en klassiekers uit het verleden. Samen bezochten we bijvoorbeeld Oudenaarde en tijdens De Koers wilden we nog weleens bellen om de stand van zaken zo eens door te nemen. De week voordat ik Roubaix bezocht, vierde mijn Ome Jan zijn 90ste verjaardag. Helaas was hij toen al erg ziek. Tijdens mijn bezoek aan de stad, en vooral tijdens mijn wandeling over de Espace Charles Crupelandt en het bezoek aan de Vélodrome, is mijn Ome Jan geen seconde uit mijn gedachte geweest. Helaas zullen wij nooit meer samen op wieler-bedevaart gaan, want mijn Ome Jan overleed, twee weken later, op 28 augustus 2022. “Verder van de wereld weg, elke dag een beetje, dichter naar de hemel toe. Elke dag een treetje.” (Toon Hermans)
Roubaix, Frankrijk
Bewaar op Pinterest
Je bevindt je hier:
Mooistestedentrips.nl > Stedentrips > Stedentrip Frankrijk > Roubaix
3 Reacties
Heerlijk artikel, alsof je er zelf rondwandelt. Maar ja ik ben dan ook behebt met dezelfde passies, de Koers, rode wijn en door minder bekende stadjes sjouwen in het bijzonder. Één smetje, je’vergat’ Hennie, achternaam overbodig, als glorieuze winnaar na een lekke band. Esther op naar San Remo!
Dan moeten we voor de volledigheid natuurlijk Peter Post en Jas Raas ook noemen! Persoonlijk vond ik de overwinningen van Tom Boonen en die van Cancellara (met die sublieme tijdrijderssolo) het mooist.
Heel fijn artikel. Ik neem het mee op onze dagtrip naar Roubaix.